Treffers 1,951 t/m 2,000 van 2,116
| # | Aantekeningen | Verbonden met |
|---|---|---|
| 1951 | Vader Simon Frederik Stuart Moeder Petronella van Schalkwijk (Winkelierster) | Stuart, Petronella (I1515)
|
| 1952 | Vader Stoffer Jelle Moeder Hendrikje Klopstra | Jelle, Stofferiena Jeltina (I998)
|
| 1953 | vader Tonis Nijland, moeder Grietjen Olthuijs. | Nijland, Goossen Teunissen (I669)
|
| 1954 | Vader van A.H.van Dooren(333) | Dooren, Mathijs Jac.Hubertus van (I1507)
|
| 1955 | Vader van Elsje Brink (32) | Brink, Jan Frederik (I1434)
|
| 1956 | Vader van Jacoba M.M.Bruyntjes (353) | Bruijntjes, Harmanus Roelof (I1478)
|
| 1957 | Vader van John Leith? De verwantschap met John Leith staat niet vast. Er zijn geen bewijzen voor te voor te vinden, anders dan de gemeenschappelijke achternaam en de diensttijd van beiden bij hetzelfde regiment. | Leith, Alexander (I5440)
|
| 1958 | Vader van Wilhelmina Maria Alberts (241) | Alberts, Carel Cornelis (I1274)
|
| 1959 | Vader Wilhelm Heinrich Meiling, Moeder Catharina Marg. Rotthaus | Meiling, Anna (I1456)
|
| 1960 | Vader Willem Antoni Prins(Ca 1789) Moeder Geertrui Abrahams(Ca 1794) | Prins, Abraham (I994)
|
| 1961 | Vader Willem Johannus Meijer Moeder Grietje Caljee Overl 1-7-1856 A.dam | Meijer, Johan Frederik Willem (I2128)
|
| 1962 | Vader Willem Renier Peters Geb. 28 Juli 1863 te Venlo Overl 1 Jan 1927 te Venlo Moeder Anna Maria Gertruda Klanten Geb te Grefrath 21 Oct. 1863 Overl 14 Febr 1930 te Blerick. | Peters, Catharina Maria Elisa (I2186)
|
| 1963 | Vader Willem Wersterberg(Timmrmansknecht) Moeder Marretje Mulder | Westerberg, Luijtje (I2259)
|
| 1964 | Vader(4) heeft het kind zelf ten doop gehouden | Lanvermeier, Johanna Gerdrut (I2055)
|
| 1965 | van 1894 tot 1910 op de boerderij "Spaenweerd" in Steenderen. Daarna op de boerderij in de Bronsbergen te Warnsveld. | Kets, Geurt (I2663)
|
| 1966 | van beide niets bekend geen akte geen bijlage Ouders van Johanna Rietberg (57) | Gezin: Gerrit Jan Rietberg / Alijda Klasiene van Dorsten (F470)
|
| 1967 | van de gemeente Rozendaal in Gelderland. | Kets, Geurt (I2743)
|
| 1968 | Van de Herberg en Brouwerij te Rozendaal. Pacht inclusief een perceel Lands genaamt den Knollenkamp, den Hasenacker, een Wijde de Cruyenkamp, de Geer En de Paarde Kamp voor Eene jaarlijkse pagt fl 539,15 3 tonne bier, 4 vragten Tot May 1803 De Pagt geprolongeert van May 1803 tot May 1809 op conditie vermits met Maij 1803 is gemaakt aan de Herberg Eene overdekte Colf en Kegelbaan daar meede voor te betaalen Eene Jaarlijkse Pagt van fl 55 beginnende met 1e May 1803 Bron: Mw.Akkermans | Kets, Gerrit (I2306)
|
| 1969 | Van de Herberg en Brouwerij te Rozendaal. | Kets, Geurt (I2743)
|
| 1970 | van de Roskam in Ede | van Zadelhof, Cornelia (I3669)
|
| 1971 | Van deze persoon heb ik informatie ontvangen betr. de Hockemeiers. | Hockemeyer, Robert L. (I1744)
|
| 1972 | van paleis en domein Het Loo | van Heuven, Johannes Cornelis (I2816)
|
| 1973 | van: 30-06-1795 - 19-09-1795 namens: Eerste Departement - Drempt | Kets, Hendrik (I2309)
|
| 1974 | vanaf 1940 op de boerderij "de Braak" in Eldrik. | Kets, Jan Garrit (I7192)
|
| 1975 | Vanaf oktober 1950 tot maart 1957 woonde Hendrik met zijn gezin in Nederland, daarna in Amerika. CONT _NEW _NEW | Lether, Hendrik Daniël (I5503)
|
| 1976 | Vanuit USA 10-10-1865 ?? | Hockemeyer, Johann Heinrich (I1732)
|
| 1977 | Vanwege broederdienst vrijgesteld van militaire dienst | Lanfermeijer, Caspar Hendrik (I1909)
|
| 1978 | Velp-huw-RBS: 1381/21, 1382/26 04-12-1784 / o/x Bernardus Gargotskij - van Zwol, wednr. van Lutje Vrolings, tamboer onder 't reg. van Baden in guarn. te Arnhem & Margaretha Sweers - jd. van Rheeden en won. te Velp. Geatt. naar Arnhem 23-12-1784. | Gezin: Bernardus Gargoski / Antje Freulinks (F1263047404)
|
| 1979 | Verhuist met zijn ouders naar Putten. | Moll, Warnar (I375)
|
| 1980 | verjaardag op 25-11, geboortejaar is een gok. Was na 1902 en voor 1907. | Ketz, Theodora (I3057)
|
| 1981 | Verklaring van de naam Roessou ( = Rozsow) : Volgens gegevens van Dr. Willem Hendrik Moll, Historicus te Amersfoort, waren de voorouders van Herman(n) Rozsow afkomstig uit Rissel, Westfalen en Rusland. Deze ouders waren: Daniel Rosow en Anna Margretha Feltman. Daniel Rozsow was joods, voorzanger in een joodse synagoge en een tamelijk temperamentvol heerschap. Mogelijk speelde hij ook viool. Daniel Roszow was afkomstig uit Polen of Rusland (Rozsow wordt geschreven als : "Pozobr"). Zoon Hermann Engbert Rozsow huwde op 21 september 1750 met Anna Margretha Moritz uit Dissen (Westfalen) . Na het overlijden van Anna Moritz vestigde hij zich echter in Nederhorst den Berg en huwde later, in 1764 met Waandrina Stroekmans (Waander = Warnar). Dit is de grootmoeder van Warnar Moll te Putten. [1: Rozsow is een Pools woord voor een soort "Kippensoep"][2:Rzsow, het stadje, is een grensovergang naar Polen en ligt bij Frankfurt a.Oder] Volgens overlevering bezaten al hun kinderen (zie hieronder) een typisch "opvliegend russisch temperament" en de meesten waren artistiek van aanleg en muzikaal. Hun zoon Harmen was violist, hun zoon Warnar was voorzanger, met "welluidend stemvolume". Joodse vrouw Jannetje Roszow , verhollandst naar Roessou. Bron: Warnar Moll 2008. | Roesou, Jannetje (I377)
|
| 1982 | Verklaringen van Nederlanders in Argentinië dat zij de Nederlandse nationaliteit wensen te behouden 1893-1912 Nationaal Archief, toegang 2.05.10, inv.nr. 80 Achternaam Voornamen Geb.plaats Geb.datum Beroep Woonplaats Datum Kets Gerrit Arnhem 25-12-1854 zonder Mendoza 4-6-1900 | Kets, Gerrit (I2853)
|
| 1983 | Verloofd op 20-06-1945 te Rotterdam. | Gezin: Edward Domansky / Johanna Maria Ketz (F1202980100)
|
| 1984 | Vermist op zee | Pätz, Julius Otto Christian (I2176)
|
| 1985 | Vermist vanaf 30 December 1943 in Rusland op weg van Wilks naar Buki ten westen van Shitemer | Pätz, Klaus Herman Richard (I2178)
|
| 1986 | vernummerd op 1 januari 1961 in Rijksweg 13 in Drempt | Kets, Geurt (I2960)
|
| 1987 | vernummerd op 1 januari 1961 in Rijksweg 13 in Drempt | Kets, Heintjen (I2959)
|
| 1988 | Verpleegtehuis (Overwehere) | Hoog, Catharina Cornelia (I1848)
|
| 1989 | Verslagen van Hoofdinspecteur H. Wijnbeek over de toestand van het lager onderwijs en de latijnsche scholen. Wijnbeek was van 1832 tot 1849 Hoofdinspecteur van het onderwijs in Nederland. Hij reisde door heel Nederland en schreef rapporten over scholen in vele plaatsen. NEDER-VELUWE Van Ermelo de reis noordwaarts voortzettende kwam ik weder op de NederVeluwe, eerst in de gemeente Putten, vervolgens in de gemeente Hoevelaken, den eindpaal van mijn schoolbezoek in het tweede district. In het eenige dorp der gemeente Putten, zijnde van denzelfden naam, vond ik eindelijk weder eene goede school, goed zoo ten aanzien van lokaal, hetwelk ruim en wel aangelegd is, en van de schoolmeubelen, als met opzigt tot het onderwijs, waarbij mij al aanstonds bevielen de ongedwongen orde en stilte, de blijmoedigheid en leerzaamheid der leerlingen, het helder oog des onderwijzers W. Mol, leerling van Prinsen, en verder de gepaste leestoon en antwoorden der leerlingen op de ondervragingen des meesters bij het lezen. De verdere vakken werden naar eisch behandeld. Ook de gemeente Hoevelaken heeft maar één dorp, mede Hoevelaken geheeten. Zooveel reden van tevredenheid als ik te Putten had gevonden, zoo veel reden had ik hier van ontevredenheid. Het schoollokaal is laag, gedrukt, bekrompen, en in een slechten staat, zooals ook de schoolmeubelen zijn, terwijl de onderwijzer, de heer Kieft, zich volstrekt niet met de school bemoeit, dezelve geheel overlatende aan eenen ondermeester, nu den eenen, dan den anderen. Kort vóór mijne komst was er een, met name van Zevenbergen, vertrokken, en vervangen door eenen, die ondermeester was geweest te Amerongen, doch wien alles nog vreemd was en over wiens geschiktheid ik dus niet kon oordeelen. Deze staat van zaken behoorde niet langer geduld te worden. De slotsom van dit verslag des tweeden districts is deze: Er zijn slechts weinige scholen, die zeer goed mogen genaamd worden; zij zijn die te Terwolde, Epe, Heerden en Putten. Slecht zijn te noemen die te Oldebroek (doch welke thans vacant is), te Elspeet, Nunspeet en Hoevelaken. De overige verdienen den naam van meer of min middelmatig. Het tweede district staat dus, over het algemeen, ten achteren bij het eerste. Bron: http://www.xs4all.nl/~remery/Wijnbeek/Gelderland/HwGe-02.html#Putten Warnar Moll : geb. 6 nov. 1801 Kl. Muyden, hoofdonderwijzer,voorzanger, overl. 14 dec. 1884 te Putten x (1e) Wilhelmina Maria Ketz x (2e) Jannetje Koestapel. Stam: Moll-Putten-Amsterdam. De familie Moll (stam Putten) was een typische "onderwijzers familie". Vanaf 1842 zijn vrijwel alle nazaten van Warnar Moll (1801-1884) betrokken (geweest) bij onderwijs en educatie. Een oom van Warnar Moll, broer van Hendrik Moll, Gerrit ( Gart) Moll (1756-1806), gehuwd met Johanna Charlotta Limphers Hilbrink, was hoofd der school in het plaatsje Hummelo. Bron: http://www.euronet.nl/users/warnar/hendrikmoll.html [* MEMORANDUM. (Vervolg.) Warnar Moll. Onderwijs geven was zijn levenstaak. Zeer veel onderwijzers hebben aan Warnar Moll hun welslagen in de wereld te danken gehad, ’s Avonds van 5-7 of van 6-8 verzamelde hij al zijn kweekelingen, tot welke successievelijk ook zijn 10 zonen behoorden, bij zich in de keuken om een groote tafel en daar werden ze gedrild en moesten ze werken voor hun eigen best. De „oude meester Moll" was wijd en zijd in den omtrek bekend. Wie van „meester Moll" kwam en een aanbeveling van hem meekreeg, kon er zeker van zijn, te slagen. Als blijken van hoogachting en dankbaarheid voor wat hij voor den bloei van het onderwijs te Putten en daar buiten deed, ontving hij uit de hand van den Schoolopziener, Van Bleeck van Rijsewijck, van den Inspecteur de Koninklijke zilveren medaille bij gelegenheid van zijn jubileum; van den burgemeester Hiebendaal en den predikant Ruys namens gemeente en kerkeraad een met zilver gesierd album, van de onderwijzers uit het 2e district van Gelderland zilveren couverts, van de afdeeling Harderwijk van de Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen de zilveren medaille van deze Maatschappij, van zijn kweekelingen een groote aardglobe: die globe kwam met den vrachtwagen uit Utrecht aan en werd gelost te Voort-huizen aan het Hotel „de Vergulde Wagen". Verpakt in een kist, werd ze door eenige kweekelingen per kruiwagen naar Putten gebracht. Dat het daarbij vroolijk toeging, vertelde aan schrijver dezes een nu nog levende medehelper, de Heer P. van Vledder. oud-hoofd van school in Almelo. En deze Heer schrijft: „ik heb aan hem de herinnering, dat ik hem des „Zondags als Voorzanger en Voorlezer voor den lessenaar zag staan. Een stoere figuur, die ontzag inboezemde; en met een stem, die het heele kerkgebouw vulde, zich van zijn taak kwijtte. Eén en al „waardigheid", een echte schoolmeester van den ouden stempel in den besten zin des woords," Warnar Moll huwde, als „custos en onderwijzer der jeugd" 3 Juni 1823 te Putten met Willemina Maria Ketz, geb. 20/12 1797 te Angerlo, overl. 23/3 1857 te Putten, do. van Ds. Arend Ketz, en Aaltje Ger-brands. Uit dit huwelijk werden 11 kinderen geboren. Den 23 Mei 1858 hertrouwde hij met Jannetje Koestapel, geb. 1802, overl. 8/6 1876 te Putten. Dit huwelijk bleef kinderloos. In Juli 1882 vierde Warnar Moll zijn zestigjarig jubileum als koster-voorzanger. „Hoewel", schreef de Wekker, „het over lijden van een zijner zoons, in leven hoofd eener school in Deventer, hem zeer geschokt heeft, is hij niet alleen nog in ’t bezit van al zijn verstandelijke vermogens, maar mag hij zich bij ’t bezit van een nog doorgaans goede gezondheid in een nog krachtige lichaamssterkte verheugen. Tegelijk met bovengenoemde betrekking heeft hij te Putten 55 jaren aan het hoofd der Openbare School gestaan en deze tot grooten bloei weten te brengen. „Liefde tot het onderwijs, niet in weidsche taal, maar in daden, ziedaar zijn levensdoel. Nog dagelijks geeft hij het bewijs, dat onderwijs geven zijn levenstaak is. (Na zijn pensioneering op hoogen leeftijd, zag men „Meester Moll" nog tot enkele dagen voor zijn heengaan, ter schole gaan, waar toen zijn jongste zoon Albert zijn opvolger was geworden.) „In waarheid mag van hem gezegd worden: De grijsheid is een sierlijke kroon." Warnar Moll overleed te Putten 14 Dec 1884 en de plechtige teraardebestelling had 18 Dec. plaats. De menigte deelnemenden van alle standen en richtingen waren de tolk der hoogachting en genegenheid, die de overledene door zijn eenvoud en degelijkheid zich had weten te verwerven. Helaas kan ons memorandum verre van volledig genoemd worden. Waren slechts de mededeelingen op papier gebracht, die Warnar Moll zelf gaf bij gelegenheid van zijn huldiging in 1871! Toen toch gaf hij een korte schets van zijn vijftig-jarigen levensloop als onderwijzer en vertelde hij, hoe door liefde tot kinderen aangespoord, hij zijn taak met lust had volbracht, hoe hij meermalen met tegenwerking had moeten worstelen, maar die was te boven gekomen door vastheid van beginselen. Diep doordrongen van het gewicht van zijn taak was zijn geheele leven slechts één toewijding geweest aan het onderwijs en dankbaar voor vele zegeningen, kon hij er op wijzen, slechts éénen dag wegens ongesteldheid zijn school verzuimd te hebben. Zijn brieven, waarvan enkele bewaard, getuigen van zijn helder inzicht. Citeeren wij: „En is de beoefening der wetenschap voor ieder, maar voornamelijk voor den jeugdigen mensch nuttig, omdat zij telkens nieuwe gezichtspunten aanbiedt, en dus het denkvermogen en het oordeel vormt, zij is tevens in zich zelve onuitputtelijk, en geeft gedurig nieuwe stof, waarmede de ziel zich kan bezig houden." Ons memorandum moge sluiten met een eeresaluut aan de nagedachtenis van dien stoeren, eerbiedwaardigen Nestor der onderwijzers, den door-goeden en uiterst sympathieken Warnar Moll. Bron: http://www.haarlemmermeer-geschiedenis.nl *] | Moll, Warnar (I375)
|
| 1990 | Vertrok in 1851/52 naar U.S.A.(Zijn broer No49 H.H. volgde in 1867) | Lanvermeier, Johan Heinrich (I2048)
|
| 1991 | Tenminste nog één levende persoon is verbonden aan deze aantekening - detailgegevens worden niet weergegeven. | Visbeen, Sophia (I1524)
|
| 1992 | vertrokken naar Angerlo | Gerbrands, Aaltje (I304)
|
| 1993 | vertrokken naar Angerlo | Ketz, Arend (I302)
|
| 1994 | vertrokken naar Nederlands Indië | Kets, Hendrik (I3515)
|
| 1995 | Tenminste nog één levende persoon is verbonden aan deze aantekening - detailgegevens worden niet weergegeven. | Lanfermeijer, Werner Gerardus (I875)
|
| 1996 | Voerman, Kruidenierswinkel | Liet, Geurt (I5696)
|
| 1997 | Volgde zijn vader op. 29.11.1741 - de kerkmeester Geurt Kets overleden, aangesteld als kerkmeester diens zoon Garrit Kets. (Geërfdenboek in Arch.N.H.kerk te Drempt fol.268.) | Kets, Garrit (I851)
|
| 1998 | Volgde zijn vader op. | Kets, Otto (I2823)
|
| 1999 | Voor haar geboorte is haar vader op 20 April 1891 overleden | Kruisdijk, Derkje (I1895)
|
| 2000 | Voordat Antonia Kets, weduwe van Peter Blij, \'in leven custos en schoolmeester te Pannerden\', in 1744 met Johan Dibbits ging trouwen, werd op 17 april van dat jaar \'met Hendrick Fonteijn als out oom en Geurt Kets als oom en beijde derhalver als bloedtmombers over de onmondigen\', het vaderlijk erfdeel vastgesteld voor de twee minderjarige kinderen Johanna en Johannes. Beiden zouden bij meerderjarigheid een bedrag ontvangen van 260 gulden en daarvoor verbond de weduwe speciaal \'haere weijde genaamd het Vermeers weijdtje\' te Pannerden. Omdat dochter Johanna bij leven van haar moeder op 16 oktober 1770 overleed, \'zoo is dit haar vaders bewijs wederom op haar moeder gedevolveert en verstorven aan Johannes Blij de 260 gulden wegens sijn kintsdeel ofte zijn vaders versterf zoo in dit magescheijdt sijn uijtgedrukt. Jan Blij kwiteerde voor de ontvangst van zijn portie, zoals blijkt uit de notitie in het protokol d.d. 15 mei 1776. Bron: Blij op de Aanslag in Aerdt door Frans Staring | Gezin: Johannes Dibbits / Teunisken Kets (F9)
|
