Treffers 1,001 t/m 1,050 van 2,116
# | Aantekeningen | Verbonden met |
---|---|---|
1001 | EVEN Yes TYPE civil | Gezin: Garret Jansen Schultink / Henders Derks (F958)
|
1002 | EVEN Yes TYPE civil | Gezin: Anne van der Meulen / Hinke Brouwer (F976)
|
1003 | EVEN Yes TYPE civil | Gezin: Bernardus Nieuwerth / Janna Altink (F977)
|
1004 | EVEN Yes TYPE civil | Gezin: Harmen van Barneveld / Grietje van de Bovenkamp (F991)
|
1005 | EVEN Yes TYPE civil | Gezin: Wilhelm Morhenne / Sophia Schimmel (F999)
|
1006 | EVEN Yes TYPE none | Gezin: Daniel Hassink / Gerritjen Hendriks (F934)
|
1007 | EVEN Yes TYPE unknown | Gezin: Hendrik Andries / Krikke (F829)
|
1008 | EVEN Yes TYPE unknown | Gezin: Willem Weijenberg / Hendrika Lammers (F878)
|
1009 | EVEN Yes TYPE unknown | Gezin: Hendrik Willem Eskes / Wilhelmina Maria Visschers (F900)
|
1010 | EVEN Yes TYPE unknown | Gezin: Jan Willem Eskes / Everdina Hendrika Teunissen (F904)
|
1011 | EVEN Yes TYPE unknown | Gezin: Hendrik Eskes / Jantjen de Kogel (F908)
|
1012 | EVEN Yes TYPE unknown | Gezin: Roelof Teunissen Oldenboom / Berentien Teunissen Knuven op Klein Wassink (F965)
|
1013 | EVEN Yes TYPE unknown | Gezin: Arend van Spijker / Beredina Jansen (F980)
|
1014 | EVEN Yes TYPE unknown | Gezin: NN / Fokkien Pot (F982)
|
1015 | EVEN Yes TYPE unknown | Gezin: Wiebe Everaarts / Ienske Westerhof (F986)
|
1016 | Everdina is geboren als onecht kind van Jantje en is vervolgens erkend en gewettigd bij het huwelijk van Jantje met Hendrik. | Gargoskij, Everdina (I4696)
|
1017 | Tenminste nog één levende persoon is verbonden aan deze aantekening - detailgegevens worden niet weergegeven. | Gezin: Evert Adolf Diekema / Everdina Derksen (F1263048543)
|
1018 | Evert ging later samenwonen in 1978 met Hendrikje (Riek) Diekema. CONT _NEW _NEW | Regelink, Evert (I6225)
|
1019 | Tenminste nog één levende persoon is verbonden aan deze aantekening - detailgegevens worden niet weergegeven. | Lanfermeijer, Annabel (I1904)
|
1020 | Extract der Ledemaeten die te Drempt gevonden sijn door D. Antonius Maas a.d. 1729. Geurt Kets, kerkmeester, Geurt Kets de jonge en Gerrit Kets. Bij de vrouwen: Teuntje Kets. [* http://www.genealogieonline.nl/stamboom-van-gessel-kruis/I2970.php Hij is geboren op 7 maart 1680 in Spankeren. *] [* voor Doesburg zijn er wel enkele vroeg-zeventiende-eeuwse inventarissen. Hier volgde men voorzover valt na te gaan de stadsrechten van Zutphen (hernieuwd in 1638 en 1742), op grond waarvan de nabestaanden verplicht waren binnen zes weken na overlijden van de erflater, van alle bezittingen een ‘behoorlijken inventarium’ te maken, tenzij hij of zij hiertoe door ‘kennelicken noot en verhindering’ niet in staat was. *] [* Verbael der landderien onder de Gasthuis bousteden gehoorende, overgenoomen en nagesien door de Gasthuismeesteren Joan Gersen en Engel Luties, opgesteld op 13 en 14 augustus 1689 Overgegeven in den Raedt den 26 Februarie 1729 door de Hr. Burgermr. Willem Vles Het Goet Voorthuisen in Drempt Het Goet Voorthuisen doet des jaers in ordni. Verpondinge de somm[a] van 27 gl. Desgelicks vier blaauwe guld.[en] ad 20 st[uiver] ’t stuck aen de Rekenkamer, met 29 st[uiver] tot tins oock aen de Reekenkamer. Hier onder gehoort het huis met twe hooven de een noortwaars, de ander zuidwaars van het huis gelegen groot ongeveer 3 schepels gesaaij. Den Boomgaert ongeveer 1½ schepels gesaaij in ’t Zuiden en oosten op de straadt in’t noorden op den Hoft in ’t westen op den Camp. Een weijde gesemelders maat gen[aam]t: groot ongeveer 4 beestens wijdens int; W. op de Issel geleegen Int noorden op den bogh Jan Haacks toebehoorende int O. op de straat, int Z. op de weijden het convent toebehorende geleegen. De Nieuwe maat groot ongeveer vijf beestenweijdens int O. de Holster maat verburgh gehoor: ende int W. op de straat int Zuijden op de weer van Hulsevoort int N. op de straat ofte Leijgraeve. De slenk, ongeveer 2 beesten weijdens. Int Zuijden op de Malthorst, het gasthuis gehoorende, int noorden op de straat, int zuijden op de Malthorst van Frans Henderix et Garrit Evers op de bemster, int oosten op hulsevoorts Malthorst. De kamp voor het huis groot ongeveer ses molder roggen gesaaij, waer van teent vrij is het achterste gedeelte, sich scheijdende van de ouden peereboom, waar nu in de plaatys een peppel is gepot, en tot op den arfsteen aen de ander sijdt van den camp geleegen en light west op de baststraat. Z op de straat O. op het huis en beijde hoovn. N. op de Camp op het goet de Smidt gehoorende geleegen. Een campken groot een molders gesaaij N. op de straat. W. op den Munnicker boomgaerd Z. op den Camp onder Nieuhorst deputatie N. op de A. Een Cempken groot ongeveer ½ molders gesaaij in’t oosten op de leijgrave. N. op de camp onder Jan Smidts steede gehoorende. Z. en W. op den weg geleegen. Een acker op het Roesinck groot ongeveer 3½ schepels gesaaij en wort door het voetpadt van den anderen gescheijden. O op den Kruis:acker onder het goet Compelwich gehoorende W. en N. kleijn Compelwich op het galgengoet Z. op de wech. Een cempken in den zijder velde ½ schepels gesaaij. Z. op den wech tegens de Carwaten acker. O. op de wegh. N. op den Commandeurs acker. W. op den Crommen acker. Dus wordt bevonden dat hier onder gehoort achten ½ molders gesaaij boulant. Bron: Het besluitenboek van het gasthuis in Doesburg 1655-1761, df. C.D.W.König (red.) Den 22 Augusti 1710 Verpachtinge van die Bouwsteden van het Gasthuijs 1) Hebben die tijtlijcke Gasthuijsm[eeste]rs ten overstaen van een Ed[el]e Magistraet alhijr in 't Raedthuijs aen Geurt Kets verpacht het Goet Voorthuijsen met sijn onderhorige Bouw ende weidelanden, alhijr in Drempt gelegen, invoeghen dieselve Bouwstede bij hem althans in paghtinge gebruijckt wordt, en sulcx voor den tijt van ses ijaeren, edoch met drie ijaeren te mogen opseggen, aenvancknemende met Petri 1711 waer voor ijaerlijcx en alle ijaer op Martini, offte ten uijttersten op Kersmis sal betalen, ene summa van vijfftigh guld[ens] en in plaetse van de gerve ijaerlijcx aen het Gasthuijs geven veerthien molders rogge, drie molders weijt, en elff molders garst en haver, die halve appelen, een vercken van negen guld[ens] offte anders in gelde betalen, item een vim 2) roggenstrooij, en alle ijaer een stier van 't Gasthuijs des winters in 't voer houden, ses wagendiensten doen, waer van twee bij 't Gasthuijs, en bij ijeder Gasthuijsm[eeste]r oock twee sullen geprofijteert [doorhaling] en vier paer hoenderen aen dieselve gegeven worden Voorts twee sacken knollen indien op het Goet wassen, voor het Gasthuijs [doorhaling] jtem sal bij voors[chrev]en Paghter die ordinaire, en ¼ ijaers extraord[ianire] verpondinge gedragen, en voor de rest die conditien als van oudts moeten gevolght worden. Eijndtlijck is bedongen, dat gem[elt]en Paghter het voors[chrev]en Erve ende goet, als sijn eijgen landt sal hebben te regeren, en te mesten, en in val soo daer over klaghten quaemen, dat 't selve tot erkentenisse van onpartijdige sal staen, en alsdan daer omtrent nae bevindinge van saecken gedisponeert worden. En heefft voorn[oemd]e Paghter dieselve pacht alsoo bij hanttastinge aengenomen. Quod testor Gerh[ard] van Bronchorst secr[etaris] 1) Den onraet offte Voorsieninge van dese Verpachtinge is voor die Gasthuijsm[eester]en ses guld[ens] 2) Item sal gene opgaende eijcken, off essen bomen mogen houwen, en het gene van hart hout geknoot wordt die halffscheijt aen 't Gasthuijs geven en brengen moeten. Bron: Het besluitenboek van het gasthuis in Doesburg 1655-1761, df. C.D.W.König (red.) Jovis [=donderdag] den 25. Martii 1717 Coram de H[e]ren Overgasthuism[eeste]ren Bernhardt Coesveldt en Johan Georgh van Lamzweerde, mitsgaders de tijdtlike Gasthuijsm[eeste]ren Engel Lutjes en Willem Vles 1) Nog hebben die tijdtlike Gasthuism[eeste]ren ten overstaen van de H[e]ren overgasthuism[eeste]ren wederom voor den tijt van ses jaeren, waervan het eerste begonnen is met den gepasseerden Petri of 22. Febr[uari] deses jaers 1717 aen Geurt Kets verpagt het goet Voorthuijsen met sijn onderhorige bouw ende weidelanden in Drempt gelegen en sulx op de selve conditien als het selve goet aen hem in Anno 1710 is verpagt geworden, uitgesondert dat in dese ses jaeren in plaetse van veertien molder rogge maer twaelf en alsoo twee molder rogge minder jaerlix sal betalen ende daer tegens bij hem pagter ook die penningen welke hij voor de timmeragie van het huis op voorschr[ev]en goet Voorthuisen in anno 1715 gedaen ten dienste van het Gasthuis voorgeschr[ev]en ende verschoten heeft, sal kunnen geeijscht ofte getrokken worden en boven den pagter boven de conditien in anno 1710 gemaekt nog jaerlix twee paer ho[e]nder aen den Gasthuisvader sal moeten leveren en heeft den pagter daer op gestipuleert. 1) Den onraet voor de Gasthuism[eeste]ren aenstonts betaelt met 6 guld[en] en aen ieder der secretarien een agt en twintig. Bron: Het besluitenboek van het gasthuis in Doesburg 1655-1761, df. C.D.W.König (red.) Den 10 Octob[er] 1722 Coram de H[eere]n Overgasthuism[eestere]n Bernhard Coijveld en Johan Georg van Lamzweerde, mitsgaders de tijdlike Gasthuism[eeste]ren Engel Lutjes en Willem Vles. Hebben de voorschr[even] over en tijdelicke Gasthuismeesteren verpagt naervolgende gasthuisgoederen voor den tijt van ses agter een volgende jaeren aenvank nemende met den 22 Febr[uari] 1723 op conditien hier nae beschreven. Het Grijsgoet 1) in Dremt aen Berent Peters op den selve conditien als op den 25 Martii 1717 gedaen en hier voor pag[ina] 81 [onze pag. 165] te sien is. Het goet Voorthusen in Dremt aen Geurt Kets op dese conditien: dat den pagter Geurt Kets het voorschr[eve]n goet met sijne onderhorige bouw endeweidelanden 2) in pagt sal besittenen gebruiken voor den tijt van ses jaeren aenvank nemende met Petri of 22 Febr[uari] 1723 ende daer voor jaerlix en alle jaer op Martini ofte ten langsten op Kersmis sal betalen eene summa van seventig guldens ende daer en boven des LandtHeeren gedeelte ofte garve van het koorn en saetgewas, mitsgaders den thient van de thientvrije landen voor nijt, waer en boven hij nog aen het gasthuis sal geven de halve appelen, een verken van negen gulden ofte het gelt daer voor, een vim roggen stroo en alle jaer een stier van het Gasthuis des winters in het voer op sijn stal onderhouden, 1) Berent Peters heeft den onraet ad 6 guld[en] voor de Gasthuijsm[eestere]n en 56 st[uiver]s voor de Secretarien aenstonts betaelt. 2) Geurt Kets heeft den onraet ad 6 guld[en] voor de Gasthuijsm[eestere]n en 56 st[uiver]s voor de secretarien aenstonts betaelt. Bron: Het besluitenboek van het gasthuis in Doesburg 1655-1761, df. C.D.W.König (red.) Sabbathi [zaterdag] den 16. Octob[e]r 1728 Hebben de Heeren over en tijdlike Gasthuism[eeste]r de Burgerm[eeste]ren Joost van Gesseler en Engelberth Menthen mitsgaders Engel Lutjes en CristoffelWillem Bomer de naervolgende Gasthuisgoederen verpagt voor den tijt van 6 jaeren met die wedersijden te wederseggen aenvank nemende met Petri of 22 Februar 1729 op Conditien hier nae beschreven. 1. Het Goet Voorthuijsen 1) met sijn onderhorige bouw en weidelanden in Dremt soo als tegenwoordig bij Geurt Kets in pagt gebruikt wort. Aen Geurt Kets waer voor jaerlix en alle jaeren op Martini of ten langsten op Kersmis sal betalen een summa van 70 guldens boven den onraet voor Gasthuism[eeste]rs en Secretarij Het landtheeren gedeelte of garve van het koorn en saet gewasch. Mitsgaders den thient van de thientvrije landen de ordinaris verpondinge als mede de extraordinaire tot laste des pagters uijtgeslagen, De halve appelen Een verken van negen gulden of het gelt daer voor Een vim roggenstroo Alle winter een stier van het Gasthuis op sijn stal in het voer houden Twee wagendiensten voor het Gasthuis en twee voor ieder Gasthuism[eeste]r doen Twee sakken knollen indien op sijn gepagte lant wassen in 't Gasthuis leveren Twee paer hoender aen ieder Gasthuism[eeste]r En een paer aen de Secretaris [doorgehaald: Ende heeft Geurt Kets daer op gestipuleert] Sal den pagter ook generhande eiken of essen opgaende holt houwen nogte eenigerhande eiken holt houwen off knoten mogen. En heeft daerop gestipuleert. 1) den onraet ad 6 g[ulden] voor de Gasthuism[eeste]rs en 56 st[uive]r voor Secretarij aenstonts betaelt. Bron: Het besluitenboek van het gasthuis in Doesburg 1655-1761, df. C.D.W.König (red.) Lunce [maandag] den 24 Jan[uari] 1735 Hebben de Heeren Overtijdelijke Gasthuijsmeesteren, J. van Gesseler en Willem Vles, mitsgaders, Engel Lutjes en Willem Cristoffel Boomer de naarvolgende Gasthuijsgoederen verpaght voor den tijdt van ses jaeren met drie te wederseggen, aenvank nemende met Petri 1735 op Conditien hier naer beschreeven. 1. Het Goet Voorthuijsen met sijn onderhorige Bouw en Weijlanden in Drempt gelegen, soo en als tegen woordig bij Geurt Kets in paght gebruijkt wordt: 1) aen Garrit Kets waer voor jaerlijx en alle jaeren op Martini off ten langsten op Kersmis sal betaalen een somma van f 70 guld[en]s Boven den onraet voor Gasthuijsm[eeste]ren en Secretarien het Lantheeren gedeelte, off garve van het Koorn en Laat [zal zijn Saat] gewas. Mitsgaders den Thient van den Tientvrije landen De Ordinaris verponding, als mede de Extraordinaire tot laste des pagters uijtgeslaegen. De Halve Appelen Een verken van negen gulden off het gelt daervoor, een vijm roggen stroo Alle winter een stier van het Gasthuijs op sijn stall in het voer houden Twee wagendiensten voor het Gasthuijs en twee voor jeder Gasthuism[eeste]r doen Twee sakken knollen indien op sijn gepagte lant wassen, int Gasthuijs leveren Twee paer Hoender aen jeder Gasthuijsm[eeste]r Een paer aen jeder Heer Overgasthuijsm[eeste]r Ook sal den pagter generhande eijken off essen opgaende holt houwen, nogte enigerhande eijken holt houwen off knotten mogen. En heefft daer op gestipuleert. 1) Den Onraet voor de Gasthuism[eeste]ren ad 6 guld[en] en de jura voor de Secretarien ad 56 st[uive]r betaalt. Bron: Het besluitenboek van het gasthuis in Doesburg 1655-1761, df. C.D.W.König (red.) Extract uijt het Resolutie boek der Stad Doesborgh Martis den 7 Junij 1735 Præs[entibus] Cons[ulibus] Rasch, Becquer, Smits,Gesseler en Curtius Door den H[ee]r Burgerm[eeste]r en Overgasthuism[eeste]r Gesseler gerapporteert [doorhaling] zijnde, dat de over en tijdlike Gasthuism[eeste]ren ter eenre en Geurt Kets ter anderen sijde, volgens gemaakt contract van den 2. Junij 1735 hadden verruilt twe stukjes landt gehorende onder het Gasthuijsgoet Voorthuisen, tegens een stuk lant de Meierinkhof genaemt aen Geurt Kets toestendig, welk laeste stuk in plaetse van de twe eerste wederom onder het goet Voorthuisen sal gebruikt worden: Hebben Haer Wel Ed[elen] en A[chtbaren] na lecture van voorge[mel]te contract die verruilinge sig laten welgevallen en geapprobeert, ende de over- en tijdlike Gasthuism[eeste]ren geauthoriseert om het selve te tekenen; voorts verstaen dat die acte van permutatie in het prothocol van het Gasthuis sal worden geregistreert. En is nae gedane ondertekeninge die selve acte alhier geregistreert luidende van woort tot woort als volgt: Te weten zij hier mede dat op dato onder geschreven tussen de H[e]ren Overgasthuism[eeste]ren de Burgermeesteren Joost van Gesseler en Willem Vles, met en neffens de tijdlike Gasthuism[eeste]ren van het Gasthuis der Stadt Doesborgh Doesborgh, Engel Lutjes en Christoffel Willem Bomer ter eenre, ende Geurt Kets en des selfs huisvrouw Anneken Teunissen ter anderen sijde, dese navolgende per mutatie en verruilinge geaccordeert en overeengekomen is: Dat, ter oorsake van wedersijts contractanten welgelegensheit en commoditeit sodane twee stukjes lant, de Dijstelmaet gelegen kort bij den steenoven in Drempt mitsgaders een stukjen agter op de camp van het goet Voorthuisen, so als het selve tegenswoordig is afgegeven en beide onder het goet voorthuisen, in Drempt, waer van pagter is Geurt Kets gehorende, Geurt Kets en sijne voornoemde vrouwe en haer lieder erven eeuwig en erffelik in eigendom sullen hebben, behouden, besitten en gebruiken zijnde dese twee stukjes lant door de respective wedersijdsche contractanten geestimeert op een somma van vier hondert guldens. Ende dat daer en tegens het Gasthuis van Doesborgh onder haer goet Voorthuisen wederom in eigendom eeuwig en erffelik sal hebben, behouden, gebruiken en besitten, sodanen stuk lants den Meierrinkhof genaemt gelegen in Drempt voor de deur van Geurt Kets dwars over de straet als aen opgemelte Geurt Kets en sijn vrouw is toegehorende. In dier voegen dat Geurt Kets die twee stukjes lant, en het Gasthuis doet tegens De geseide Meierinkhoff tussen wedersijts contractanten geestimeert op een somma van vierhondert guldens, van nu af aen als eigen goet sullen hebben behouden en gebruiken, mits dat Geurt Kets de volle pagt van het goet Voorthuisen, waer voor het selve gepagt heeft, in 't vervolg so lange sijne pagtjaren duuren sal moeten betalen. Sullende het Gasthuis van het goet Voorthuisen, mitsgaders van de Meierinkhoff in het vervolg net soo veel verponding moeten betalen, als het selve voor dat van dese verruilinge der twee stukjes lant van het goet Voorthuisen betaelt heeft. En sal daer tegens Geurt Kets wegens dese twee stukjes lant soo veel verpondinge betalen, als hij voor dato van dese verruilinge van Meierinkhoff heeft moeten betalen, ende ten dien einde besorgen, dat de verpondinge van Meierinkhoff op dese twee parceeltjes aen Geurt Kets overgelaten, gestelt en overgeschreven worde bij den ontfanger van verpondinge. Daer en boven sal Geurt Kets alleen dragen de costen van den vijftigsten penning door dese verruilinge verschult, en verdere costen daer door veroorsaekt, als mede de costen van gerichtelike overdragt van dese wedersijdsche gedane verruilinge, in cas eene van beide parthijen de selve mogte requireren. En hebben wedersijdsche contractanten tot naerkominge van het bovengemelte hiervan twee alleesluidense opgerigt enten wedersijden ondertekent binnen Doesborgh den 2. Junij 1735. Was met verscheider handen ondertekent: J. van Gesseler Engel Luities W. Vles Willem Bomer Doesb[urg] den 2. Julij 1735 Geurdt Kets Anneken Tunsen Concordantiam attestor Herm[an] Henr[ick] van Lamzweerde secretaris Bron: Het besluitenboek van het gasthuis in Doesburg 1655-1761, df. C.D.W.König (red.) *] | Kets, Geurt (I855)
|
1021 | Tenminste nog één levende persoon is verbonden aan deze aantekening - detailgegevens worden niet weergegeven. | Lanfermeijer, Franciscus Bernardus (I1931)
|
1022 | F.H. was op 17-3-1954 40 Jaar bij de N.S. werkzaam als Commies 1e kl Fianciële dienst | Lanfermeijer, Franciscus Hendrikus (I1934)
|
1023 | F.W.F. baron van Pallandt nam in de periode voor 1769 het initiatief tot de aanleg van een nieuwe weg tussen Hoog-Keppel en boerderij Haverland bij Laag-Keppel. Het werd een privéweg die over gronden van het kasteel Keppel liep, maar door de baron ook voor ander verkeer werd opengesteld. Uit getuigenverklaringen in de Keppelse archiefstukken blijkt dat deze privéweg met veel moeite en kosten tot stand gekomen is. Verscheidende kolken en poelen moesten daarvoor worden gedempt. Deze nieuwe weg kreeg de naam Doetinchemse Allee. Deze weg werd in de 18e eeuw een fraaie allee genoemd waar bomen langs geplant zijn. De privéweg was niet alleen korter maar kende ook nauwelijks waarneembare niveauverschillen. Voor het toenmalige vrachtvervoer met paarden was deze weg duidelijk aantrekkelijker. De aanwas van verkeer deed de baron dan ook besluiten om er tol te gaan heffen en een herberg ‘De Gouden Leeuw’ te stichten. De herbergier oefende tevens de functie van tolgaarder uit. G. van der Linden was de eerste herbergier annex tolgaarder. Hij had deze combibaan van mei 1769 tot mei 1799. Zijn opvolger werd Gerrit Kets, wiens nazaten nog zo’n anderhalve eeuw de herberg beheerden. De zakelijke belangen gingen zo ver, dat A.W.C.W. baron van Pallandt in 1797 de andere herberg ‘De Roskam’ aankocht en op die manier een concurrent van zijn eigen herberg uit de weg ruimde. Wie sindsdien een hartversterking wilde gebruiken moest wel naar ‘De Gouden Leeuw’. Bron: H. Stam (Kleine geschiedenis van H&K) Door Fred Wolsink. Gepubliceerd in Weekblad Contact (29 juli 2008). | Kets, Gerrit (I666)
|
1024 | Tenminste nog één levende persoon is verbonden aan deze aantekening - detailgegevens worden niet weergegeven. | Lanfermeijer, Zoë (I1748)
|
1025 | Februar. den 24. Jan Dikema, wedr. van Catharina van Beem, & Fenneken Garritzen, wedwe. van wijlen den here Hendrik van Arnhem. Op att. van den here Eck, rigter van Veluwezoom, zijn in der echt verbonde door Fr. N. Suurmond, schulter te Rheden, den 12 maart binnen ’s huis. Nederduits-gereformeerde gemeente te Rheden (Onder) TROUWBOEK, 1768-1771 | Gezin: Jan Dikema / Fenneken Gerritsen (F176)
|
1026 | Fenneke is weduwe van Hendrik van Arnhem, met wie zij op 25.02.1764 in Rheden trouwde. Uit dit huwelijk, in ieder geval 3 kinderen. | Gerrits (en )(Garritzen), Fenneke (I4829)
|
1027 | Fooyer is iemand die kleine diensten verricht waarvoor geen loon is overeengekomen, maar waarvoor wel een beloning verwacht wordt. Dus iemand die van fooien leeft. Een hospes (mannelijk) of hospita (vrouwelijk) (kotmadam in België) is iemand die een of meer kamers in zijn of haar eigen woonhuis ter beschikking stelt aan een kostganger of commensaal. | Schuurman (Stevens), Hermen (I3350)
|
1028 | Fout, dit is zijn broer Willem Johannus geb in 1844. | Meijer, Johan Frederik Willem (I2128)
|
1029 | G.A. 0203_306\\053 11-08-1777/ ? d. H. A. @ bod. eundem [Gerrit Jan Casenbarg - tuynman op de Boekhorst], omdat met Johannes Kets op den 9 December 1776 aan de Prins te Dieren met vuysten souden geslagen hebben. Bekl. se defend. Gezinsklapper gemeente Rheden en Rozendaal,Versie 3.0 - mei 2015 © J.H. Bruger. | Kets, Johannes (I7076)
|
1030 | G.A. 0203_307\\061 21-08/20-11-1786 ? Johannes Kets cum. ux. Derkje Hermsen Buschof @ bod. Teunis Ockers te Dieren, om te horen verklaren dat het den geciteerde niet heeft vrijgestaen des aanlrs. vrouw, zwanger zijnde, op den 28 januarij 1786 op eene verregaende wijze met vuisten, voorts met een spae-scheep te slaen, te sleepen en te mishandelen, dusdanig dat dezelve dadelijk in een zeer gevaerlijke toestand geraekt en een kwade kraem gekregen heeft, en op den 1 febr. daer aen volgende van de vrugt verlost is. Eischende voor affront, schade, verzuim, meester- en vroedvrouws- loon een schadepenning van honderd zilvere ducatons, jud. mod. salv. Concl. t.e.g.a.c.exp. Verwlr. verz. bewijs Gezinsklapper gemeente Rheden en Rozendaal,Versie 3.0 - mei 2015 © J.H. Bruger. | Kets, Johannes (I7076)
|
1031 | G.A. 0203_307\\164 23-08/06-12-1790 ? Mr. J.G. Leenhof @ bod. Willem van ‘t End en Hendrik van ‘t End, hun sampt en ieder in ‘t bijzonder tot borge en principael gestled hebbende voor het na te meldene parceel tiendzaed, om betalinge van 87 gl. 8 st. wegens het 2e parceel tiendzaed, gerekend tot guldens van 23 st. het stuk, als door Johannes Kets op den 11 julij 1788 publicq is aengekogt, op conditie dat de betaling aen den Aanlr. zoude gedaen werden. Alles ded. prob. sol. speciael van 50 gl. en 13 st. die daerop den 21 julij 1789 betaeld is, mits een der gecit. betalende, de andere vrij zij. Concl. t.e.g.a.c.exp. Aengeëischt. Gezinsklapper gemeente Rheden en Rozendaal,Versie 3.0 - mei 2015 © J.H. Bruger. | Kets, Johannes (I7076)
|
1032 | G.A. 0203_307\\231 13-08/03-12-1792 ? Den Med. Dr. J.B. Dieriks @ bod. Leopold Bruger Gezinsklapper gemeente Rheden en Rozendaal,Versie 3.0 - mei 2015 © J.H. Bruger. | Gezin: Johannes Kets / Derkjen Hendriks Bushoff (F1272635977)
|
1033 | G.A. 0203_307\\\\020 08-08/29-11-1785 ? De Hr. Rigter van V.Zoom @ bod. Johannes Kets onderschout te Dieren en Wijmpje van Apeldoorn te Dieren, omdat elkanderen op den 17 maij 1785 geslagen hebben.1 Bekl. aengeëischt, concl. ieder 1 H.P.2e Bekl. se defendendo. Gezinsklapper gemeente Rheden en Rozendaal,Versie 3.0 - mei 2015 © J.H. Bruger. | Kets, Johannes (I7076)
|
1034 | G.A. 0203_307\\\\048 21-08/20-11-1786 ? De Hr. Rigter R.O. @ bod. Teunis Ockers, Brouwer te Dieren, voor zig en als vader en voogd van zijne minderjarige dogter Dina, omdat hij op den 28 januarij 1786 den onderschout Johannes Kets te Dieren voor zijn eigen huis geslagen heeft, en wanneer de vrouw van gezeiden onderschout haer man wilde ontzetten, hij die vrouw met een spae-scheep een gat in het hoofd heeft geslagen en verwond, en desselfs dogter Dina met een spinnejager of luiwagen die vrouw mede geslagen heeft. Bekl. verz. bewijs. Gezinsklapper gemeente Rheden en Rozendaal,Versie 3.0 - mei 2015 © J.H. Bruger. | Kets, Johannes (I7076)
|
1035 | G.A. 0203_307\\\\144 24-08/08-12-1789 ? Hendrik Elissen @ bod. Johannes Kets en Gerrit Esveld - veerman te Dieren, om te horen verklaren dat het den eersten geciteerde niet heeft vrijgestaen in maij 1788 de gereedschappen van des Aanlrs. aek eigener autoriteit en met geweld uit de Aanlrs. huis weg te halen en mede te nemen, en voorts de Aanlrs. aak op de rivier den IJssel aen het oever leggende van daer te vervoeren, en in het veer te Dieren te leggen. En dat den tweeden geciteerde niet beregtigd geweest is, dien gelibelleerden aek aldaer onder de brug in zijn magt te houden, en de terug of overgave van dien aen den Aanlr. ongeagt zijne eerst mondelingen, en nadere gerigtelijke sommatie van den 4 julij 1788 te verweigeren, en dat alzo den eersten geciteerde privative gehouden is aen den Aanlr. te restitueren die gereedschappen zo als ze bij ‘t wegnemen geweest zijn, of anders de waerde van dien. En bovendien te vergoeden de schade, door het gemis derzelve geleden of nog te lijden, en dat voorts de geciteerdens te samen en ieder in ‘t bijzonder, voor zover ieder daer toe verpligt is, aan Aanlr. moeten terug geven den gem. aek, zoals hij bij de vervoering geweest is, of de waerde van dien. En de schade, door ‘t gemis geleden en nog te lijden, vergoeden, om die schadens bij declaratie te vervatten, ten fine van diminutie en taxaxtie. Concl. t.e.g.a.c.exp. Verwrn. verzoeken bewijs.Om de indispositie van der Verwrn. bediende, word deze zaek in staet gehouden ten naesten.Ex adverso similiter. [Zie ook 307-159 d.d. 23-08/06-12-1790] Gezinsklapper gemeente Rheden en Rozendaal,Versie 3.0 - mei 2015 © J.H. Bruger. | Kets, Johannes (I7076)
|
1036 | G.A. 0203_506/fol.299 07-11-1749/ Momberschapsverborging te Rheden over de onmundige kinderen van Johannis Kets en wijlen Hendrina ter Maat, zijnde: Hendrik Kets, Gerritje, Jan en Maria Kets. Mombers zijn Hendrik Huyskamp en Rijnder Hendrix - bloedmomboiren. Borgen worden Evert Dolman en Willem Ockers - die geërft sijn in Veluwensoom. De gerichtslieden hierbij zijn Hendrik Wijman en Berent van Zadelhoff. Hierbij is opgegeven een inventaris sub No.242. [Voor de inventaris, zie G.A. 0203_508/fol.309, Nr.242] Momberschapsverborgingen van van het schoutambt Rheden 1687-1810 Mei 2014 © J.H. Bruger | Gezin: Johannes Kets / Evertje van Velzen (F1272635957)
|
1037 | G.A. 0203_508\\\\fol.309 06-11-1749/ ? Nr.242 Inventaris gemaakt, opgestelt ende overgegeven door en van wegen Johannes Ketz Gezinsklapper gemeente Rheden en Rozendaal,Versie 3.0 - mei 2015 © J.H. Bruger. | Kets, Johannes (I7052)
|
1038 | G.A. 0203_531/fol.129 01/07-07-1779 N.45 Momberschapsverborging te Dieren over de drie onmundige kinderen van wijlen Jan Kersten Paulse en Megteld Kets. Voogden zijn Paul Paulse en Jan Kets. Borgen worden Bitter Bitters en Hendrik Brinckhorst. De gerichtslieden hierbij zijn Johannes Kets senior en Johannes Kets junior. [Voor de inventaris, zie G.A. 0203_545/fol.259, Nr. 50] “Momberschapsverborgingen van Veluwe en Veluwezoom 1771-1783”.Mei 2014 © J.H. Bruger | Gezin: Jan Kersten Pauwels / Machteld Harmijn Kets (F1199696330)
|
1039 | G.A. 0203_531/fol.148 15-06-1781/ N.63 Momberschapsverborging te Dieren over de drie onmundige kinderen van Johannes Kets jun. en wijlen Teuntje Jansen. Voogden zijn Johannes Kets sen. en Jan Jansen. Borgen worden Gerrit Esvelt en Teunis Ockkers. De gerichtslieden hierbij zijn Jan Monije en Jan Reinders. [Voor de inventaris, zie G.A. 0203_545/fol.385, Nr. 71] “Momberschapsverborgingen van Veluwe en Veluwezoom 1771-1783” Mei 2014 © J.H. Bruger | Gezin: Johannes Kets / Derkjen Hendriks Bushoff (F1272635977)
|
1040 | G.A. 0203_531/fol.153 16-05-1782/ N.68 Momberschapsverborging aan den Toll over de vijf onmundige kinderen van wijlen Harmen Bell en Jantje Kets. Voogden zijn Jan Kets en Willem Bell. Borgen worden Gerret Esvelt en Jan Brink Everze. De gerichtslieden hierbij zijn W.D. Zuurmond en J.D. Banck. [Voor de inventaris, zie G.A. 0203_545/fol.407, Nr. 75] “Momberschapsverborgingen van Veluwe en Veluwezoom 1771-1783”.Mei 2014 © J.H. Bruger | Gezin: Jan de Banck / Jantjen Kets (F1271977165)
|
1041 | G.A. 0203_531/fol.156 28-10-1782/ Momberschapsverborging te Dieren over de zes onmundige kinderen van wijlen Hendk. Brinkhorst en Janna Kets. Voogden zijn Guert Kets en Jacob Jacobse. Borgen worden Jan de Banck en Jan Kets. De gerichtslieden hierbij zijn Hendrik Corrij en Garret Esvelt. [Voor de inventaris, zie G.A. 0203_545/fol.430, Nr. 78] “Momberschapsverborgingen van Veluwe en Veluwezoom 1771-1783” Mei 2014 © J.H. Bruger. | Gezin: Lammert Weijers / Johanna Gerdina Kets (F252)
|
1042 | G.A. 0203_545/fol.259 02-07-1779/ N.50 Staat en inventaris te Dieren geformeert door Megteld Kets, weduwe en boedelhouderse van wijlen Jan Kersten Paulse, ten overstaan en op requisitie van Paul Paulse en Jan Kets - vooghden over de drie onmundige kinderen van de inventarisante en wijlen haaren gemelde man, genaamd: Cornelis, Wander en Jantje Paulse. [De inventaris bevat o.a.] \"Een huys, schuur, hoff en halve vheer over de rivier de Yssel, waar van de wederhelfte van het vheer gehoord onder de Domijnen van Dieren, in Dieren staande en geleegen zijnde vrij en allodiaal. Erff en goed door inventarisante bewoondt en gebruijkt wordende.\" [Totale zuivere inventariswaarde is f. 87 -0-] Tevens is een magescheid (N.93) toegevoegd, opgericht te Dieren d.d. 06-07-1779. De magescheidsvrienden zijn: F.N. Suurmond, W.D. Suurmondt, Bitter Bitters en Hendrik Brinkholt. [Voor de momberschapsverborging zie G.A. 0203_531/fol.129, Nr. 45] Inventarisnummer 545: “Inventarissen en magescheiden van Veluwe en Veluwezoom 1771-1783, Rheden 1771-1783 Nos. 1-80”. [Alleen de onroerende goederen zijn getranscribeerd.] Mei 2014 © J.H. Bruger | Gezin: Jan Kersten Pauwels / Machteld Harmijn Kets (F1199696330)
|
1043 | G.A. 0203_545/fol.385 15-06-1781/ N.71 Staat en inventaris te Dieren geformeert door Joh. Kets jun., weduwnaar en boedelhouder van Teuntje Jansen, ten overstaan en op requisitie van Johannes Kets en Jan Jansen - voogden over de drie onmondige kinderen van de inventarisant en wijlen zijne gemelde vrouw, genaamd Hermina Everdina, Elske en Johannes Kets. [De inventaris bevat o.a.] \"Een huijs en hoft in Dieren staende, door den inventarisant selfs bewoont wordende.\" [Totale zuivere inventariswaarde is f. 218-16-] Tevens is een magescheid (N.130) toegevoegd, opgericht te Dieren d.d. 15-06-1781. De magescheidsvrienden zijn: F.N. Suurmond, Garret Esvelt en Theunes Ockers. [Voor de momberschapsverborging zie G.A. 0203_531/fol.148, Nr. 63] Inventarisnummer 545: “Inventarissen en magescheiden van Veluwe en Veluwezoom 1771-1783, Rheden 1771-1783 Nos. 1-80”. [Alleen de onroerende goederen zijn getranscribeerd.] Mei 2014 © J.H. Bruger | Gezin: Johannes Kets / Derkjen Hendriks Bushoff (F1272635977)
|
1044 | G.A. 0203_545/fol.407 29-05-1782/ N.75 Staat en inventaris aen den Toll geformeert door Jantje Kets, weduwe en boedelhouderse van wijle Hermen Bell, ten overstaan en requisitie van Jan Kets en Willem Boll - voogden over de vijff onmondige kinderen van de inventarisante en wijle haere gemelde man, genaamd: Gerret, Willem, Wendelina, Hermen en Jantje Bell. Ten tijde van het huwelijk van inventarisante met wijle haere gemelde man, was denselve weduwenaer van Geertruijd Weijers, bij wien des tijdes twee onmondige kinderen hadde, genaamd: Jasper en Jantje. Die geseijde Jantje is overleden bij haere minderjarigheijt, welke nalatenschap is verstorven op haere nu overledene vader. D.d. 16-09-1766 is er een mageschijt opgericht na het overlijden van Geertruijd Weijers. [De inventaris bevat o.a.] \"Staende te letten dat Jasper Bell wegens des selfs moeders versterft een vierde part in dese navolgende parcelen competeert, als 1. Een huijs en hoft te Ellecom geleegen, sijnde allodiaal. 2. Een schuur en berg met een halve camp bouland, allodiaal Smits Camp genaemt. 3. Een camp bouland De Horst genaemt, allodiaal. 4. 2½ schaar weydens op de Runderweyde, allodiaal. 5. een huijs en hof De Drie Koningen gent., allodiaal. 6. Twee huysen en een hoft gelegen in de Stad van Doesburg, allodiaal. Dese navolgende parceelen sijn door de inventarisante staende ehe met wijle haer man aengekogt en getimmert: 1. Een weyde gent. De Goor onder het kerspel van Angerloo, Richter Ampt van Doesburg, sijnde allodiaal en de wederhelfte in bovengeseijde Smits Camp. 2. Den opstall van een bakhuys en schuurtje staende xxx getimmert op de grond der Domeijnen van Dieren voor het Toll Huijs staende. 3. Den opstal van een Saed Bergkje staen op de gront van de Stad van Doesburg..\" [Totale zuivere inventariswaarde is f. 3.236-16-] Tevens is een magescheid (N.137) toegevoegd, opgericht aen den Toll d.d. 29-05-1782. De magescheidsvrienden zijn: F.N. Suurmond, W.D. Zuurmond, Garret Esvelt en C. D. Banck. [Voor de momberschapsverborging zie G.A. 0203_531/fol.153, Nr. 68] Inventarisnummer 545: “Inventarissen en magescheiden van Veluwe en Veluwezoom 1771-1783, Rheden 1771-1783 Nos. 1-80”. [Alleen de onroerende goederen zijn getranscribeerd.] Mei 2014 © J.H. Bruger | Gezin: Jan de Banck / Jantjen Kets (F1271977165)
|
1045 | G.A. 0203_545/fol.430 30-10-1782/ N.78 Staat en inventaris te Dieren geformeert door Janna Kets, weduwe en boedelhouderse van Hendrik Brinckhorst, ten overstaan en op requisitie van Kaetje Brinkhorst (gehuwd met Berend Hermsen), Jantje en Hendrina Brinkhorst, meerderjarige kinderen van de inventarisante en wijlen haere gemelde man. Voorts mede op requisitie van Guert Kets en Jacob Jacobsen - vooghden over de nog zes onmundigde kinderen van de inventarisante en wijlen haere gemelde man, genaamd: Hendrik, Gerret, Jan, Derkje, Abraham Elias, en Gerharda Brinkhorst. [Totale zuivere inventariswaarde is f. 3.777-18-] Tevens is een magescheid (N.143) toegevoegd, opgericht te Dieren d.d. 31-10-1782. [Voor de momberschapsverborging zie G.A. 0203_531/fol.156, Nr. 71] Inventarisnummer 545: “Inventarissen en magescheiden van Veluwe en Veluwezoom 1771-1783, Rheden 1771-1783 Nos. 1-80”. [Alleen de onroerende goederen zijn getranscribeerd.] Mei 2014 © J.H. Bruger | Gezin: Lammert Weijers / Johanna Gerdina Kets (F252)
|
1046 | G.A. 0203_564/fol.366 05-04-1792/ N.55 momberschapsverborging te Rheden over het onmundige kind van wijlen Johannes Kets en Derkje Bushoft, zijnde: Teuntje Kets. Voogden zijn Jan Hermse Bushoft en Gerrit Langenberg. Borgen worden Derk Maendagh en Evert ten Holt. Incl. inventarislijst ed. De gerichtslieden hierbij zijn M. Goetijng en J. d. Duijtsen. Er is een inventarislijst, ed., toegevoegd. [Totale zuivere inventariswaarde is een tekort van f. 115-8-] Inventarisnummer 564: “Momberschapsverborgingen, inventarissen en magescheiden van Veluwe en Veluwezoom 1784-1793, Rheden 1784-1793 Nos. 1-56” [Alleen de onroerende goederen zijn getranscribeerd.] Mei 2014 © J.H. Bruger | Kets, Teunisjen (I7215)
|
1047 | G.A. 0203_564\\fol.366 en 0203_787\\fol.040 05-04-1792/ ? N.55 Momberschapsverborging te Rheden over het onmundige kind van wijlen Johannes Kets en Derkje Bushoft, zijnde: Teuntje Kets. Voogden zijn Jan Hermse Bushoft en Gerrit Langenberg. Borgen worden Derk Maendagh en Evert ten Holt. Incl. inventarislijst ed. De gerichtslieden hierbij zijn M. Goetijng en J. d. Duijtsen. Er is een inventarislijst, ed., toegevoegd. [Totale zuivere inventariswaarde is een tekort van f. 115-8-] Gezinsklapper gemeente Rheden en Rozendaal,Versie 3.0 - mei 2015 © J.H. Bruger. | Gezin: Johannes Kets / Derkjen Hendriks Bushoff (F1272635977)
|
1048 | G.A. 0203_984\018 19-06-1779/19-05-1783 ● Dieren: Testament van Johannes Kets en Evertje van Velsen wordt als enige erfgenaam in alle na te laten goederen. Hendrina Kets moet na het overlijden van de langstlevende aan de voorkinderen van Johannes Kets elk 25 Caroli gl. uitkeren en aan hun zoon Johannes Kets 100 gl. Hendrina is enige erfgenaam omdat zij al verscheidene jaren altijd bij hun in huis is en voor hen helpt de kost te verdienen, terwijl de andere kinderen al jaren buitenshuis zijn geweest en hun fortuin en voordeel elders hebben gemaakt. G.A. 0203_984\047 10-10/03-11-1785 ● Dieren: J.H.A. Beuckevoort en J.A. Sloet boedelhoudster van wijlen Johannes Kets- / Egbert Arends en Hendrina Kets Derkje Bushoft erf van Geurt van Hall naast het erf van Teunis Ockkers rente te kunnen verhalen. G.A. 0203_984\061 15-03/09-04-1788 ● Dieren: J.H.A. Beuckevoort en J.A. Sloet boedelhoudster van Johannes Kets- en van Egbert Arends en Hendrina Kets onderscholtis te Dieren- en Derkje Bushoft (echtpaar), de 2 laatsten als borgen van een schuld d.d.07-05-1783: op een huis, schuur, hof en kamp land hierachter in Dieren tussen het erf van Geurt van Hall een huis en hof in Dieren naast het erf van Teunis Okkers G.A. 0203_984\091 09-07/07-08-1792 ● Dieren en buurschap Fraterwaard: Willem Anne Baron van Schimmelpennink van der Oije -Richter van Arnhem en Veluwenzoom- namens vrouwe J.A. Sloet Dijk voor het verwin toebehorende aan Evertje van Velsen Kets G.A. 0203_984\092 09-07/07-08-1792 ● Dieren: Willem Anne Baron van Schimmelpennink van der Oije -Richter van Arnhem en Veluwenzoom- namens vrouwe J.A. Sloet en boedelhoudster van wijlen J.H.A. Beukevoort- en uit kracht van verwin, geeft over aan Hendrik van den Bergh en Aleijda Roelands (echtpaar): een kamp land in kerspel Dieren achter het halve huis en hof door A. Anderson E. v. Velsen | van Velzen, Evertje (I7053)
|
1049 | G.A. 0203_984\018 19-06-1779/19-05-1783 ● Dieren: Testament van Johannes Kets en Evertje van Velsen wordt als enige erfgenaam in alle na te laten goederen. Hendrina Kets moet na het overlijden van de langstlevende aan de voorkinderen van Johannes Kets elk 25 Caroli gl. uitkeren en aan hun zoon Johannes Kets 100 gl. Hendrina is enige erfgenaam omdat zij al verscheidene jaren altijd bij hun in huis is en voor hen helpt de kost te verdienen, terwijl de andere kinderen al jaren buitenshuis zijn geweest en hun fortuin en voordeel elders hebben gemaakt. G.A. 0203_984\047 10-10/03-11-1785 ● Dieren: J.H.A. Beuckevoort en J.A. Sloet boedelhoudster van wijlen Johannes Kets- / Egbert Arends en Hendrina Kets Derkje Bushoft erf van Geurt van Hall naast het erf van Teunis Ockkers rente te kunnen verhalen. G.A. 0203_984\061 15-03/09-04-1788 ● Dieren: J.H.A. Beuckevoort en J.A. Sloet boedelhoudster van Johannes Kets- en van Egbert Arends en Hendrina Kets onderscholtis te Dieren- en Derkje Bushoft (echtpaar), de 2 laatsten als borgen van een schuld d.d.07-05-1783: op een huis, schuur, hof en kamp land hierachter in Dieren tussen het erf van Geurt van Hall een huis en hof in Dieren naast het erf van Teunis Okkers G.A. 0203_984\091 09-07/07-08-1792 ● Dieren en buurschap Fraterwaard: Willem Anne Baron van Schimmelpennink van der Oije -Richter van Arnhem en Veluwenzoom- namens vrouwe J.A. Sloet Dijk voor het verwin toebehorende aan Evertje van Velsen Kets G.A. 0203_984\092 09-07/07-08-1792 ● Dieren: Willem Anne Baron van Schimmelpennink van der Oije -Richter van Arnhem en Veluwenzoom- namens vrouwe J.A. Sloet en boedelhoudster van wijlen J.H.A. Beukevoort- en uit kracht van verwin, geeft over aan Hendrik van den Bergh en Aleijda Roelands (echtpaar): een kamp land in kerspel Dieren achter het halve huis en hof door A. Anderson E. v. Velsen | Kets, Hendriena (I5310)
|
1050 | G.A. 2500_139b\\fol.053 (11) 1748 ? Liberale Gifte 1748, Schoutampt Rheden, 4de termijn, Dieren: \"Jan Kets ;- |1-4| 2p: ,,-12-,,\" Gezinsklapper gemeente Rheden en Rozendaal,Versie 3.0 - mei 2015 © J.H. Bruger. | Kets, Johannes (I7052)
|